Een prikkelend mysterie ontvouwt zich op het iconische Gizeh-plateau in Egypte, waar een ongewone ontdekking in de Piramide van Menkaure een mogelijke verborgen ingang suggereert. Deze intrigerende mogelijkheid komt voort uit twee verschillende holtes die tijdens recente scans door onderzoekers aan de oostkant van de piramide zijn ontdekt.
De Piramide van Menkaure, gebouwd rond 2490 voor Christus tijdens het bewind van farao Menkaure, is de kleinste en laatste van de drie belangrijkste piramides die in Gizeh zijn gebouwd. Het valt op door het gepolijste metselwerk, vooral aan de oostkant, waar een glad stuk van vier bij zes meter opvalt – wat onderzoekers verbijstert omdat er geen overeenkomstige deuropening lijkt te zijn.
Onafhankelijke wetenschapper Stijn van den Hoven kwam in 2019 voor het eerst met het idee dat dit gepolijste gebied een extra ingang zou kunnen verbergen. Een team van de Universiteit van Caïro en de Technische Universiteit van München, onderdeel van het Scan Pyramids-project, besloot zijn theorie te onderzoeken met behulp van geavanceerde niet-invasieve technieken. Deze omvatten testen van de elektrische weerstand (het meten van de weerstand tegen elektrische stromen), grondpenetrerende radar (waarbij radiogolven worden gebruikt om ondergrondse structuren in kaart te brengen) en ultrasoon testen (waarbij geluidsgolven worden gebruikt om interne kenmerken te analyseren).
De gecombineerde gegevens van deze methoden onthulden twee dicht bij elkaar gelegen holtes achter de oostelijke zijde van de piramide. De ene ligt ongeveer 1,4 meter, terwijl de andere zich ongeveer 1,13 meter van het oppervlak bevindt. Hoewel deze bevinding geloofwaardigheid verleent aan het voorstel van Van den Hoven, benadrukken onderzoekers dat verder onderzoek en uitgebreidere gegevensverzameling cruciaal zijn om de aard van deze lacunes definitief vast te stellen.
“Dit is een zeer interessante ontdekking”, zegt Peter Der Manuelian, hoogleraar egyptologie aan de Harvard Universiteit die niet betrokken was bij het onderzoek, “en laat zien dat we nog veel te leren hebben over de piramides van Gizeh.” Hij wijst erop dat de meeste piramides uit het Oude Rijk (circa 2649 tot 2150 v.Chr.), inclusief die in Gizeh, doorgaans een ingang aan de noordkant hebben. “Verder onderzoek zal hopelijk meer onthullen over de betekenis van deze holtes – of het nu gaat om bouwafwijkingen, een onderdeel van een secundaire ingang of iets geheel anders”, voegt Der Manuelian toe.
Dit lopende onderzoek blijft ons begrip van deze raadselachtige oude structuren verdiepen, en benadrukt dat zelfs na millennia de piramides van Gizeh geheimen blijven opleveren die wachten om ontdekt te worden.






































































